Geüpdate op 26/09/2023 door Yoreh
Fotografie kent ongelofelijk veel onderwerpen; van de hoogste gebouwen tot de kleinste bloemetjes en van een woest landschap tot een huisdier dat maar niet stil wilt zitten. Een van de mooiste, maar misschien ook wel lastigste, onderwerpen is het portret. Portretfotografie kun je nog steeds breed opvatten. Een portret kun je maken van een huisdier, of een kind op een verjaardagsfeestje, van je oma of iemand in zijn werkomgeving. Op sommige moderne portretten is het onderwerp zelfs onherkenbaar! Toch zijn er wel een aantal algemene lessen en tips te geven als het over portretfotografie gaat. We zetten hier de belangrijkste tips voor je op een rij!
Portretfotografie: het kiezen van de juiste camera
“The best thing about a picture is that it never changes, even when the people in it do.” – Andy Warhol
Een camera zorgt ervoor dat je een klein moment in de tijd vangt. De sluiter klikt open en dicht en de digitale achterwand (sensor) van je camera of de analoge film wordt belicht. Deze licht afdruk is je foto. De rudimentairste analoge camera’s zijn niet veel meer dan dat; een lens, een sluiter die het licht heel eventjes binnenlaat en lichtgevoelige film, die het beeld vangt.
Tegenwoordig werken nog maar weinig mensen op analoge film want het proces is een stuk duurder, bewerkelijker en gevoeliger dan werken een digitale camera. Toch komt het nog wel voor dat mensen op de grote formaten rolfilm werken, en de reden is dan bijna altijd de kwaliteit.
Je moet het zo zien dat hoe groter de achterwand van je camera is, hoe meer informatie deze kan vangen. En hoe meer informatie, hoe meer detail je in je foto te zien krijgt. De professionele foto’s, waarin je elke haartje op iemands gezicht kunt tellen, worden gemaakt met zo groot mogelijke digitale of analoge achterwanden.
Bij portretfotografie zul je merken dat je de kwaliteit van een achterwand echt terug gaat zien. Vooral bij grotere afdrukken zorgt de resolutie ervoor dat je die grote, levensechte portretten kunt maken die je in galeries wel ziet hangen.
Analoge Portretfotografie
Als het om opnameformaat gaat onderscheiden we verschillende soorten. We beginnen bij de oorsprong van de fotografie: de analoge film. Hierin hebben we grofweg drie typen: kleinbeeld, middenformaat en vlakfilm.
Kleinbeeld
Het kleinbeeld was het ouderwetse 35 mm rolletje, waar elke verjaardag wel iemand mee rondliep. De kwaliteit voldeed voor dit type fotografie prima, maar 35 mm film wordt nu vooral nog gebruikt door mensen die op zoek zijn naar een bijzonder retro-effect, bijvoorbeeld in hun portretfotografie.
Middenformaat
Middenformaat film vind je ook op rolletjes, maar deze zijn een stuk groter. Hierdoor wordt middenformaat door serieuze hobbyisten nog geregeld gebruikt voor portretfotografie. Het geeft prachtig detail en is nog eenvoudig genoeg te krijgen. De beroemde Hasselblad, waar bijvoorbeeld de foto van The Beatles op Abbey Road mee gemaakt werd, is een voorbeeld van dit type camera.
Vlakfilm
Vlakfilm is nog groter, denk aan 8×10 bijvoorbeeld. De wereldberoemde Ansel Adams landschapsfotograaf legde met dit type camera zijn imposante landschappen vast. Het nadeel is dat je voor dit type film een erg grote, zware camera mee moet slepen. Adams stapte later dan ook over op middenformaat film. De 8×10 noemde hij een ‘camera voor jonge mannen’. We zien dit type film overigens nog wel eens in studiofotografie, omdat je de camera daar statisch gebruikt.
Tip: Wil je portretfotografie maken van een hele hoge kwaliteit, overweeg dan eens te experimenteren met grotere formaten analoge film. Door verschillende filmtypes te gebruiken, krijg je bijzondere resultaten en er zijn allerlei artistieke mogelijkheden te bedenken. Google maar eens ‘double exposure portrait photography” en laat je inspireren!
Digitale portretfotografie
Er zijn in de afgelopen tien jaar grote ontwikkelingen op het gebied van de digitale fotografie geweest. In eerste instantie begon de digitale fotografie als een handiger alternatief voor de kleine rolletjes 35mm film. De kwaliteit van digitale portretfotografie was een stuk minder dan nu, maar daar stond een heleboel gebruiksgemak tegenover. Tegenwoordig zijn de sensors zo goed dat ook een digitale camera een prachtige kwaliteit kan opleveren.
De sensor is het belangrijkste onderdeel van je camera; in plaats van de analoge film, is dit nu het onderdeel van je camera dat het licht opvangt. Vroeger spraken we veel over de resolutie, maar tegenwoordig is de fysieke grootte van je sensor eigenlijk een belangrijkere maatstaf geworden. Helemaal nu smartphones veel beter zijn geworden in digitale fotografie, zul je vaak zien dat de sensor van je digitale camera het onderdeel is dat vaak genoemd wordt als een belangrijk verschil.
Sensoren
Wanneer je begint met portretfotografie is het belangrijk om te weten dat het formaat van je sensor een grote invloed heeft op de afstand tot je onderwerp. Wanneer je een 85mm lens op een full frame camera gebruikt, heb je ook een daadwerkelijk brandpuntsafstand van 85mm. Maar, gebruik je een 85mm lens op een APS-C lens, dan wordt het beeld tot 1.5x of 1.6x vergroot. Je hebt het dan over respectievelijk 127.5mm en 136mm. Wil je een APS-C camera gebruiken en op 85mm (35mm-equivalent / full frame) fotograferen, gebruik dan een 50mm lens op je APS-C camera. De vergroting die kleinere sensoren hebben noemen we ook wel ‘crop’.
Nu is het goed om te weten dat er op het gebied van sensors geen standaard-termen gebruikt worden. Elke fabrikant kiest zijn eigen manier om de sensorgrootte te omschrijven. Je hoort dus termen als Micro FourThirds van Panasonic, CX, DX en FX van Nikon, APS-C en Full Frame van Canon of GFX van Fujifilm. Dat is best een beetje verwarrend, dus het is slim om bij het kiezen van een camera even goed na te zoeken hoe het met de sensor staat. Je kunt daarbij ook verwijzen naar de feitelijke grootte van de sensor in millimeters.
- GFX (Fujifilm) = 43,8 mm × 32,9 mm= 1.441 mm2
- Full Frame= 36 x 24 mm= 864 mm2 (35mm sensor)
- APS-H (Canon) = 28.7 x 19 mm= 548 mm2
- APS-C (Nikon, Sony, Pentax, Fuji etc.) =23.6 x 15.7 mm= 370 mm2
- APS-C (Canon) 22.2 x 14.8 mm= 329 mm2
- Foveon (Sigma) 20.7 13.8 mm= 286 mm2
- Micro FourThirds System (Olympus, Panasonic) 17.3 x 13 mm= 225 mm2
Bekijk alle fotocamera’s
Tip: Hoewel veel camera’s allerlei leuke extra’s hebben, zal een goede sensor uiteindelijk zorgen voor het beste beeld met de meeste details. Ook de contrasten hebben meer diepte, omdat de verschillen in licht over meer pixels verdeeld worden. Je krijgt dus een veel zachter verloop. Investeer dus bij het kiezen van een nieuwe camera altijd in de beste sensor die je je kunt veroorloven!
Bekijk ook: de beste camera’s van nu
Portretfotografie: de keuze van de lens
“I really believe there are things nobody would see if I didn’t photograph them.” – Diane Arbus
Nu je de ‘body’ van je camera in orde hebt, is het tijd om naar je lens te gaan kijken. Je hebt op het gebied van fotografie een hoop keuze en een verkeerde lens bij het verkeerde onderwerp kan voor rare vervormingen zorgen. Het lijkt hierdoor een lastige opgaaf om door de bomen het bos te zien, maar gelukkig valt dit in de praktijk wel mee.
Bij het uitzoeken van een lens let je op twee belangrijke elementen; de lichtgevoeligheid en het brandpunt. De lichtgevoeligheid zie je aan de f-waarde. Hoe lager die is, hoe gevoeliger de lens is voor licht. Vooral als je met weinig licht werkt, is een lichtgevoelige lens heel belangrijk. Het brandpunt geeft aan hoeveel je van de omgeving gaat zien op de foto. Als je je handen als oogkleppen naast je ogen houdt en ze open en dicht doet, doe je dit effect na.
Lenzen soorten
Lenzen met een waarde lager dan 35mm noemen we een groothoeklens. Deze gebruik je als je veel van gebouwen of landschappen wilt laten zien. Tussen de 35mm en de 70mm spreken we van een standaardlens. Tussen 70mm en 100mm werk je met een lichte telelens en boven de 100mm is er sprake van een telelens. Je ziet tegenwoordig veel objectieven die een bepaald bereik hebben. Ze kunnen vaak van een beetje groothoek naar een lichte telelens versteld worden. Het is goed om hierbij niet alleen op het in- en uitzoomen te letten. De meer extreme standen kunnen namelijk voor nogal wat vertekening zorgen. Let er ook op dat een lens die voor een bepaalde sensor gemaakt is, op een andere sensor niet hetzelfde werkt! Je kunt meer over de werking van lenzen lezen in ons speciale artikel over lenzen.
50mm of 85mm lens?
Voor portretfotografie gebruik je vaak een 50mm of een 85mm objectief. Een 50mm objectief geeft een mooie onscherpte en heel natuurlijk beeld, want de vertekening ligt namelijk heel dicht bij die van het menselijk oog. Een mogelijk nadeel is dat je wel dicht bij je onderwerp moet gaan staan om een portret te vullen.
Ook zie je met een 50mm objectief meer van de omgeving en deze is wat scherper, maar er is vooral meer van te zien ten opzichte van het onderwerp. Een 85mm lens zorgt ervoor dat je wat verder van je onderwerp af kunt gaan staan en de zoom zorgt ervoor dat je onderwerp ten opzichte van je achtergrond aanweziger is. Met je objectief kies je dus in zeker zin hoeveel je van je onderwerp en hoeveel je van diens omgeving wilt laten zien.
Tip: Kies bij het maken van een portret bewust welk brandpunt je wilt gebruiken. In plaats van in en uit te zoomen, beweeg je zelf en houd je het brandpunt gelijk. Bij een enkel portret heb je hierin natuurlijk wat meer vrijheid, maar bij een serie zul je zien dat je resultaat gelijkmatiger, en dus professioneler, wordt!
Portretfotografie: Instellingen van je camera
Camera’s zijn tegenwoordig vaak uitgerust met hele goed software, die ervoor zorgt dat je met gemiddelde lichtomstandigheden eigenlijk altijd wel prima foto’s maakt. Toch is het goed om te weten wat er precies gebeurt. Bij studio-opnames waarbij je flitsers gebruikt, op donkere avonden en met wisselende onderwerpen wil er namelijk nog weleens iets mis gaan.
Dat komt doordat je camera altijd zal streven naar een gemiddelde verdeling van licht en donker en naar aanleiding daarvan zijn berekeningen zal maken. En dat kan je artistieke vrijheid best wel eens de weg zitten. Bij het instellen van je camera let je op de volgende factoren:
Sluitertijd
Bij het uitleggen van de instellingen van je camera, wordt nog weleens de metafoor van een glas onder een waterkraan gebruikt. Je doel is om het glas precies vol genoeg te krijgen: als er te weinig water in zit is je foto te donker, stroomt het over, dan is je foto overbelicht. De sluitertijd is hierin de duur dat je de kraan open zet. Een korte sluitertijd zorgt ervoor dat er maar eventjes licht naar binnen stroomt en een langere sluitertijd doet het tegenovergestelde.
Diafragma
Het diafragma kun je in dit geval zien als de stand van de kraan want, hoe wijd draai je deze open? Door een kraan die wijd open staat, stroomt veel meer water dan door een kraan die je maar een klein beetje op zet. Hier geldt dat hoe lager het getal is, hoe méér licht er op de achterwand terecht komt. Het diafragma wordt gemeten in stops:
f/1 | f/1.4 | f/2 | f/2.8 | f/4 | f/5.6 | f/8 | f/11 | f/16 | f/22 | f/32 | f/45 | f/64
Elke stap naar rechts, dus elke stop hoger, zorgt ervoor dat er nog maar de helft van het licht binnen komt. Het is hier even omdenken, want bij een diafragma van f/1 is het diafragma heel groot, maar de waard dus laag. Een groot diafragma heeft dus een klein nummer, een klein diafragma juist een hoge waarde.
Het diafragma heeft dus effect op de hoeveelheid licht die er binnenkomt, en daarmee op de scherptediepte. Simpel gezegd is dat de hoeveelheid van de foto die scherp is. Een portret waarbij alleen het onderwerp scherp is, en de omgeving mooi vervaagd, maak je met een groot diafragma (een met een laag nummer, dus!). Een diafragma van f/2.8 of f/4 wordt hier veel voor gebruikt. Wil je ook iemands omgeving haarscherp laten zien, omdat die bijvoorbeeld veel over je onderwerp verteld? Kies dan voor een diafragma boven de f/16.
ISO-waarde
De laatste waarde die we in de gaten moeten houden, is de ISO-waarde. Deze bootst de lichtgevoeligheid van de film na. Gelukkig is dit niet zo’n moeilijk verhaal. Hoe lager het getal, hoe minder lichtgevoelig de film is. Met een ISO van 100 zul je veel langer moeten belichten dan met een ISO van 800. Wanneer je dus in donkere omstandigheden fotografeert, kan het heel fijn zijn dat je de ISO van je camera flink kunt opschroeven. Let er wel op dat het beeld hier korrelig van kan worden. De stelregel is dat je bij een ISO hoger dan 800 echt op moet gaan letten dat er niet teveel ruis ontstaat.
Tip: Haal je camera van de automatische piloot af en begin bij portretfotografie te wennen aan het zelf instellen van je camera. Digitaal werken zorgt ervoor dat je direct terug kunt kijken of je instellingen goed zijn, en door ze naar de lichtomstandigheden in te stellen en zo te houden voorkom je dat je camera zelf gaat over- of onderbelichten.
Portretfotografie: Lichtinstellingen
“A portrait is not a likeness. The moment an emotion or fact is transformed into a photograph it is no longer a fact but an opinion. There is no such thing as inaccuracy in a photograph. All photographs are accurate. None of them is the truth.” – Richard Avedon
Het licht is een van de bepalendste zaken van een portret. Ik kan dan ook eindeloos doorgaan over licht en fotografie, maar ik zal me beperken tot een aantal belangrijke factoren:
De kleur van het licht
Ten eerste is er de kleur. Misschien heb je de termen ‘Golden Hour’ en ‘Blue Hour’ weleens gehoord? Als het over natuurlijk licht gaat, zijn dit de extreemste omstandigheden. Tijdens het beroemde Golden Hour staat de zon laag, en krijg je een prachtige, gouden gloed te zien in elke foto die je neemt. Tijdens het Blue Hour is de zon net onder, of komt deze net op, en zullen je foto’s allemaal een mysterieuze, blauwe kleur laten zien.
Deze omstandigheden laten iets interessants zien: namelijk de temperatuur van het licht. Deze temperatuur meten we met een maat die Kelvin genoemd wordt. Deze schaal gaat van blauw licht (met een hoge waarde) naar oranje licht (met een lage waarde)
- 7500 K – Schaduw
- 6500 K – Neutraal wit
- 6000 K – De middagzon
- 5600 K – Het gemiddelde daglicht
- 5000 K – Ongefilterd flitslicht
- 3200 K – Een halogeenlamp
- 2800 K – Een warmere gloeilamp
- 2400 K – Een zonsondergang
- 1200 K – Kaarslicht
Witbalans
Je camera kan zijn instellingen zo aanpassen dat je deze vertekening in kleur meer of minder ziet. Dit doe je door de witbalans aan te passen. Hiervoor kun je een speciale kaart kopen, waarmee je nauwkeurig de grijswaarden, het zwartste zwart en het witste wit kunt meten, maar je camera laten focussen op een wit A4tje en hierop je witbalans instellen zorgt al voor goede resultaten.
Een witbalans is daarnaast ook goed te corrigeren in je nabewerking, maar hier komt een belangrijk punt míts de temperatuur van het licht door de hele foto heen gelijk is! Vaak gaat het hier namelijk mis. Stel: je bent met een model op locatie en wil een foto maken tegen de prachtige zonsondergang. Je merkt dat je wat weinig licht op je onderwerp hebt, en pakt je flitser erbij. Je flitst in, en jammer maar helaas, je model staat in een lelijke, harde, blauwe gloed!
Dit komt doordat de lichttemperatuur van je filters veel hoger is dan die van de zonsondergang – de flitser is dus blauw, de zonsondergang oranje. Ook in omgevingen kan het omgevingslicht heel anders zijn dan het ingestelde licht, waardoor je nare kleur-zwemen krijgt. Let hier dus op en gebruik bijvoorbeeld een warme filter voor je flitser, wanneer je op locatie werkt.
Tip: Let goed op je witbalans. wanneer je een blauwe of een gele zweem ziet, heeft dit te maken met de kleurtemperatuur van het licht. Wees je daarnaast bewust van de verschillende kleuren lichtbronnen in je omgeving!
De hoeveelheid licht
Vaak is de hoeveelheid licht niet zo’n probleem, maar is het eerder de hoek. Een belangrijke uitzondering hierop is de situatie waarin er te weinig licht is. Te weinig licht zorgt voor allerlei problemen, en in de avond zul je vaak lopen dubben. Je ISO verder omhoog draaien zorgt voor ruis, maar doe je dat niet, dan zul je je sluitertijd moeten verlengen en krijg je bewegingsonscherpte. Hard inflitsen zorgt dan weer voor verschillende kleurtemperaturen en kan ervoor zorgen dat de sfeer uit je foto verdwijnt.
Er zijn allerlei oplossingen denkbaar met een lichtsterk objectief en een goede achterwand stel je het probleem zo lang mogelijk uit, maar op een gegeven moment zul je een keuze moeten maken, en zijn er ook artistieke manieren om met dit probleem om te gaan. Een flits op een onderwerp kan er namelijk ook voor zorgen dat de persoon verlicht wordt, en de omgeving donker blijft. Zo wordt de persoon in de foto écht het hoofdonderwerp.
Hard of zacht licht in portretfotografie?
Heel belangrijk in elke foto is de hoek van het licht; van schilderachtig tot keihard, de sfeer van een foto hangt af van hoe het licht valt en hoe groot de lichtbron is. In de fotografie hoor je vaak de termen ‘hard licht’ en ‘zacht licht’ voorbij komen.
Hard licht
Het licht van een directe flitslamp: het zonlicht op een zomermiddag. Bij hard licht schijnt er een kleine lichtbron direct op het onderwerp. De schaduwen zijn hierdoor afgetekend het verschil tussen licht en donker, het contrast, is erg hoog. Je gebruikt direct zonlicht
Zacht licht
Licht dat aan de noordkant door een raam naar binnen valt op een wintermiddag – zoals in de schilderijen van Vermeer. Bij zacht licht heb je een grote lichtbron, die het licht gelijkmatig over het onderwerp verdeelt. De schaduwen zijn niet sterk afgetekend, en het verschil tussen licht en donker is gelijkmatig en niet zo groot.
Over het algemeen geldt dat zacht licht heel flatteus is en daardoor heel geschikt is om portretten mee te maken. Je vindt dit licht binnen, bij een raam waar geen directe zon binnenkomt, buiten in de schaduw of in de studio, wanneer je een softbox dicht bij je onderwerp zet.
De hoek van het licht
Dan is er ook nog de hoek van het licht. Door het licht op een bepaalde manier op het gezicht te laten vallen, zullen bepaalde vormen meer of minder zichtbaar worden. Voor een natuurlijke, rustige foto zorg je voor zacht licht, dat iets hoger staat dan het onderwerp. Denk aan het licht van de lucht zelf of een mooi hoog raam.
Als je deze omstandigheden gevonden hebt, thuis of in de studio, kun je je onderwerp recht in het licht laten kijken. Zo wordt het hele gezicht gelijkmatig belicht en krijg je een egale, kalme, frontale foto. Wanneer je je onderwerp nu wat draait, zie je dat het licht niet in het hele gezicht hetzelfde valt. Je krijgt aan de zijkant van de neus wat schaduw en het gezicht wordt plastischer.
Voor heel dramatisch licht laat je de lichtbron vanaf de zijkant komen – zo krijg je grillige schaduwen. Het is ook mogelijk om tegen het licht in te fotograferen – we noemen dat ‘tegenlicht’. Dit kan mooie effecten opleveren, maar er is ook een grote kans dat het onderwerp alleen nog een silhouet is. Je kunt dan natuurlijk overwegen om een flitser te gebruiken om ook voor licht in het gezicht van je onderwerp te zorgen.
Tip: Voor een natuurlijk, flatteus portret gebruik je zacht licht dat iets hoger staat dan je model. Het mag middenvoor staan of iets naar links of naar rechts. Kijk eens naar het werk van de Oude Meesters, zoals Vermeer, voor inspiratie!
Portretfotografie: Omgeving en Achtergrond
“In a portrait, you always leave part of yourself behind.” – Mary Ellen Mark
Een goed portret kan je veel vertellen over de persoon die geportretteerd wordt. Dit kun je doen door een bepaalde gezichtsuitdrukking of beweging te vangen, maar ook door de achtergrond goed te kiezen. Denk bij het kiezen van een achtergrond goed na over wat je wilt dat het portret uitstraalt. Een jong meisje in een bloemenveld is snel lieflijk, een noeste arbeider op een scheepswerf heeft ook een bepaalde uitstraling.
Wanneer je toegang hebt tot bijzondere omgevingen, is het zeker aan te raden om eens een kijkje te gaan nemen. De omgeving waarin iemand leeft, is heel persoonlijk, en vertelt vaak meer over de persoon, dan alleen diens gezichtsuitdrukking. Ook een natuurlijke omgeving geeft een mooie sfeer aan een portret en voelt tijdloos aan.
Studio
Dat wil niet zeggen dat een portret alleen geschoten kan worden in een omgeving waarin veel gebeurt. Een alternatief is natuurlijk de fotostudio. Hierin kun je je fantasie op de vrije loop laten. Bij portretfotografie zie je vaak dat er één of meerdere objecten gebruikt worden om het verhaal van het onderwerp te vertellen. Denk bijvoorbeeld aan een parfumeur die geportretteerd wordt met een, hier abstracte, referentie aan geur. Of een ‘eating designer’ met een kip op haar hoofd.
Hoe leuk dit soort creatieve uitingen ook kunnen zijn – ze zijn niet altijd van toepassing. Vaak zie je dat mensen op zoek zijn naar een mooi, tijdloos portret. Dan is het ook genoeg om iemand zo mooi mogelijk neer te zetten, en alle energie te steken in het vinden van het juiste moment – waarin je net die blik kunt vangen die past bij iemands persoonlijkheid.
Tip: Kies de achtergrond van je foto bewust! Een achtergrond kan veel vertellen over je model of de sfeer van je foto bepalen. Als je net begint, zul je meteen merken dat foto’s die tegen een natuurlijke achtergrond of juist een egale muur zijn genomen, mooier en rustiger zijn dan foto’s waarbij je geen aandacht aan de achtergrond hebt besteed!
Portretfotografie: De relatie tot je onderwerp
Wanneer je begint met het maken van portretten, dan zullen de eerste mensen die je vraagt vast bekenden van je zijn. Heel veel fotografen beginnen daarnaast met het maken van zelfportretten. Jij bent zelf namelijk altijd in de buurt, lekker makkelijk!
Op de Fotovakschool is het eerste dat je gevraagd wordt om in ieder geval het eerste te vermijden: ‘Geen kinderen, geen geliefden of bekenden, geen huisdieren’, hoorde je er steevast. Dat klinkt ongezellig, maar een portret maken van iemand die je dierbaar is, terwijl je vooral probeert een portret te maken dat je technisch goed vindt, is best moeilijk.
Dynamiek
Die dynamiek heeft, zoals alles, twee kanten. Iemand die je goed kent, zal zich sneller bij je op z’n gemak voelen. Daardoor vang je misschien sneller een kwetsbare blik of een echte, spontane lach. Het nadeel is dat je iemand zo goed kent, en dat je een ‘leuke’ foto van iemand wilt maken, terwijl de shoot ook nog heel gezellig is. Een onbekende fotograferen kán in zo’n geval makkelijker zijn. Je kijkt objectiever en je hebt verder niet zoveel hoog te houden. Het hoeft niet te voelen als een gezellig vriendendienstje, maar alles staat in teken van het maken van de beste foto.
Tip: Zorg er altijd voor dat je model zich prettig voelt. Een foto maken doe je met z’n tweeën, en een model dat zich ongemakkelijk voelt, zal er ook zo uitzien. Neem de tijd, geef duidelijke aanwijzingen (zelfs als je het zelf niet helemaal zeker weet) en laat alleen de mooiste foto’s aan je model zien!
Portretfotografie: Experimenteer!
Het beste advies als het gaat om portretfotografie, is en blijft misschien wel dat je het gewoon moet gaan doen! Als je de theorie een beetje begrijpt, kun je het beste zo snel mogelijk, aan de slag gaan. Je hebt namelijk niets aan een goede foto, die alleen in theorie bestaat!
Wees niet al te bang om iets fout te doen, en zie elke foto als een les. Doordat bijna iedereen tegenwoordig digitaal werkt, kun je makkelijk dingen aanpassen als je niet blij bent met je resultaat. Probeer daarnaast, als je net begint, niet alles tegelijk te leren. Begin eens met een rustige omgeving om je camera-instellingen wat beter te leren beheersen. Werk je voor het eerst met een model, zoek dan een rustige omgeving uit. Denk aan bijvoorbeeld het bos of de studio en concentreer je vooral op de gezichtsuitdrukkingen en de houding van je model.
Zo zul je merken dat je elke keer weer een stapje verder komt!
Lees ook: 8 Portretfotografie lessen van 8 grote portretfotografen
Wat is CameraDeals?
Wij van Camera Deals vinden voor jou de beste video- en fotocamera, objectief en drone prijzen in Nederlandse en Belgische webshops. Onze website is 100% onafhankelijk. Bij ons kun je camera prijzen vinden en we schrijven reviews en blogs met tips en camera-informatie. Daarbij geven we je het laatste nieuws over camera smartphones, camera-apparatuur, film en fotografie gebied. Op die manier helpen we bij het vinden en kopen van de beste camera, objectief, drone, gimbal en accessoires. Ga naar het camera-overzicht om het volledige aanbod van lenzen, camera’s, drones en accessoires te vinden.
CameraDeals bestaat dankzij jou! Wanneer je via een van onze links een product koopt, ontvangen wij een klein percentage van het aankoopbedrag. Dit heeft geen effect op de prijs van het product. Dank je wel!
De beste camera’s, objectieven en drones van dit moment
Bekijk onze Top- en beste lijsten en zie wat de beste camera van dit moment is.
Camera keuzehulp
We hebben een aantal handige gidsen en artikelen opgesteld om te helpen bij het kiezen van de beste camera voor jou:
Wil je een camera kopen, maar weet je niet wat wel of niet belangrijk is? Lees onze camera kies-tips gids en je leert alles over het vergelijken van camera’s en vinden van goede online prijzen!
Er worden allerlei camera termen en woorden gebruikt en het is normaal als je de betekenis niet weet. In ons woordenboek leggen we de voorkomendste camerawoorden voor je uit.
Wil je eerst uitzoeken welk type fotograaf je bent en welke camerasoort bij je past? Bekijk dan ons camerasoort kiezen stappenplan.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang kortingen en camera deals in je inbox!
Nieuws en recente posts